Bodemonderzoek Burenberg onthult gure toendra van weleer
In het binnengebied tussen de Brusselsestraat, de Goudsbloemstraat, de Kaboutermansstraat en de Muurkruidstraat plant projectontwikkelaar ION de nieuwe stadswijk Burenberg. Het voorafgaandelijke archeologisch onderzoek legde al verschillende interessante sporen bloot waaronder ook de recent ontdekte intacte ‘albeluvisol’. Een toch wel heel bijzondere vondst.
Van op de grond naar beneden
De eerste vier meter van het gevonden profiel dekt het albeluvisol toe en zorgde ervoor dat de oude bodem gevrijwaard bleef. In deze laag zaten de al gevonden vondsten uit de steentijd, de metaaltijden en de Romeinse periode. Op vier meter diepte ligt immers het loopoppervlak van jager-verzamelaars, en de akkers van de Kelten en de Romeinen.
Onder deze akker met de middeleeuwse en moderne afzetting begint het albeluvisol. Archeologen zien in het bovenste deel ervan witte tongen en bruinzwarte vlekken. Een laag die waarschijnlijk stamt uit de extreem koude fase van de laatste ijstijd (29 000 tot 16 000 jaar geleden). Verder naar beneden is er een fijne leemlaag die een koude noorderwind afzette tussen 30 en 60.000 jaar geleden. Waar Leuven nu is, lag toen een gure toendra. Voor de onderste lagen van de albeluvisol moeten we terug naar het Tertiair (66 tot 2,5 miljoen jaar geleden). Deze onderste laag werd aangevoerd in een tropische tijd door de zee.
Tentoongesteld
Dat net een binnenstad zo een bodem herbergt, is hoogst uitzonderlijk. Het is een soort stand-still van de tijd. Het zorgt voor een unieke inkijk in de oudste geschiedenis van Leuven. Een staal van dit bodemprofiel is onder leiding van de KU Leuven gelicht en zal na preparatie en analyse tentoongesteld worden. “Met deze vondst kunnen we echt zeggen dat we de eerste bladzijde van de Leuvense geschiedenis schrijven. Bovendien is deze opgraving de eerste van enkel nieuwe stadsontwikkelingsprojecten die diep in de Leuvense bodem roeren, zoals de Podiumkunstensite, Hertogeneiland, Nieuw Leuven en de Winkelhaak. Als toonaangevende onroerenderfgoedgemeente brengen we dit erfgoed in kaart en lichten we de bevolking in”, besluit schepen Devlies.